pijl

Santi Kolk en Union Berlin: geen gelukkig huwelijk

Bij Union Berlin staat Santi Kolk in de boeken als speler die scoorde in de Berlijnse derby tegen Hertha BSC. Tot op de dag van vandaag zijn Union-fans hem daar dankbaar voor. Het is dan ook de allereerste treffer van Union in competitieverband tegen de buurman. Dat doelpunt is echter een zeldzaam hoogtepunt in een seizoen vol teleurstellingen in Köpenick.

bananenflanke imago07338027h

Santi Kolk schreeuwt het uit na een treffer. © imago images / Contrast

Door Alexander Drost, 1 november 2019.

Het is begin zomer 2010, wanneer de fijnbesnaarde aanvaller op de radar van Union verschijnt. Met Vitesse speelt de Hagenaar aan het einde van het seizoen een oefenduel met Union in Stadion An der Alten Försterei. Union-trainer Uwe Neuhaus en technisch manager Christian Beeck weten al snel genoeg: Kolk is de speler die naar Berlijn moet komen. De club wil ver gaan voor Kolk, die zelf door het verhaal van de club overtuigd raakt om de overstap naar Union te maken. Een mooi podium in de Tweede Bundesliga met uitzicht op een volgende stap in Duitsland, Berlijn, en ook niet onbelangrijk, het salaris is niet onaardig. ‘Union was heel daadkrachtig en de kans om in een wereldstad te wonen, ik ging ervoor’, vertelt Kolk. ‘In alles bleek dat ze mij wilden. Ze waren zo overtuigend naar mij toe. Ze deden er alles aan om mij te halen.’

Union is niet zomaar een club. Bij fans zit de clubliefde letterlijk in het bloed, en het bloed van de aanhang zit in de club verweven. Kolk: ‘Het stadion ademde voetbal. Een echt voetbalstadion met een goed veld. In de voorbereiding merkte ik al aan het publiek dat ze continu aan het zingen waren. Ze hebben heel veel passie. Je krijgt mee hoe de club is ontstaan, wat de achtergrond is. Köpenick is niet een van de modernste buurten van Berlijn. Dat krijg je allemaal mee, maar supporters maken de club, dat merkte ik al heel snel.’

Fuck, dacht ik. Waar ben ik beland? Mijn zin om te trainen was vanaf het begin al minder. Ik was meer bezig om tackles te ontwijken dan vrij te lopen en anderen op de goede plek te zetten.
Zweikampf

Het ziet er dus allemaal prima uit. Maar tijdens de trainingen merkt Kolk al vroeg de sportieve scheurtjes ontstaan. Hij komt in aanraking met het fysieke geweld tijdens het spelletje. Waar in Nederland tijdens trainingen overal een idee achter zit, is het in Köpenick hard werken. ‘De verhalen van alle spelers kloppen hoor’, glimlacht Kolk. ‘In de eerste weken zie je geen bal. Je gaat het bos in en loopt alleen maar. Toen begon het. O jee. Wat heb ik nou gedaan. Dat kwam al vrij snel. Conditioneel moest ik beter zijn dan ik ooit was geweest. Dat was ik ook. Maar op trainingen zijn we in Nederland heel goed in positiespel en pass- en trapoefeningen. Fuck, dacht ik. Waar ben ik beland? Mijn zin om te trainen was vanaf het begin al minder. Ik was meer bezig om tackles te ontwijken dan vrij te lopen en anderen op de goede plek te zetten. Technisch en tactisch was het minder. Automatisch werd er daardoor meer balverlies geleden, er kwamen dus meer duels. Het woord Zweikampf was het ergste woord dat ik in die eerste maanden hoorde. Ik probeerde juist uit de duels te blijven, daar was ik juist goed in. En als de tegenstander op kniehoogte inkwam, dan sprong ik op. En dát werd niet getolereerd. Ik kreeg al gelijk het stempel dat ik niet wilde werken, want ik wilde zogenaamd geen duels aangaan. What the fuck is dit, dacht ik over het sportieve deel. Maar daar moet je doorheen.’

De start van de aanvaller is prima in Berlijn. Trainer Uwe Neuhaus heeft het goed met hem voor. Hij weet ook dat Kolk conditioneel en fysiek gezien een achterstand heeft. ‘Hij hield echt rekening met me, want hij wilde dat ik belangrijk kon zijn. Maar op een gegeven moment kwam die tendens dat ik alleen maar mooi wilde voetballen. Dat sijpelde door in de groep.’

bananenflanke Stadtderby

Genaaid in derbyweek
Dan volgt een opmerkelijke anekdote. Het zijn de dagen na het uitduel met Paderborn. Union verliest, en Kolk mag direct na de wedstrijd even twee dagen naar Nederland om wat zaken af te handelen. Terwijl hij er niet bij is, vindt de dag na de nederlaag een door Neuhaus belegde teambespreking plaats. ‘Ik had daar al een paar vrienden gemaakt en zij belden mij. De bespreking ging voor het grootste gedeelte over mij, vertelden ze. Spelers legden uit wat ze van mij vonden, achter mijn rug om…’ Een messteek in zijn rug. Bij gevoelsmens Kolk komt het keihard aan. Nu nog vóél je de pijn, als hij erover praat. ‘Ik voelde mij genaaid.’

Het gebeurt allemaal in de week voorafgaand aan de allereerste Berlijnse derby ooit in competitieverband. Kolk is tot op het bot gekrenkt. Neuhaus predikt die hele week dat hij spelers nodig heeft die 200% kunnen geven. ‘Ik vertelde hem dat ik wist van de bespreking. Het zat me niet lekker. Ik zei ook tegen hem dat hij spelers nodig heeft die zoveel kunnen geven, en niet minder. Ik kon niet eens honderd procent geven. “Trainer, het is beter als ik niet begin. Ik ben een mens en als jongens zo achter mijn rug om spreken... Ik ben hier net, ik kan hier niet makkelijk mee omgaan.” Meestal ontplof ik in dat soort situaties.’

Die ontploffing volgt tijdens de wedstrijd. Union kijkt tegen een 0-1 achterstand aan en met nog een kwartier te spelen valt Kolk in. Binnen vijf minuten maakt de Nederlander de gelijkmaker. Een heerlijke goal, met een nog veel mooiere ontlading. ‘Toen ontplofte ik en rende ik als een gek naar de zijkant. Ik juichte met iedereen, volgens mij rende ik daarna nog twee keer heen en weer. Ik weet niet wat ik uit woede allemaal geroepen heb, maar waarschijnlijk zijn dat woorden die ik nu niet kan herhalen. Ik was niet alleen maar blij vanwege een gelijkspel. Ik was ook blij dat ik die jongens een poepie liet ruiken. Jullie wilden mij naaien?’

Vis en vlees in de ochtend

Een seizoen vol struggles en blessures volgt. En als Kolk dan speelt, wordt hij niet naar zijn kwaliteiten benut. De rasechte aanvaller is vaker een soort Spielmacher. Dat betekent ook meeverdedigen, omschakelen, tackelen, slidings maken. ‘Dat ziet er echt niet uit als ik dat doe. Zo’n speler was ik niet. Uiteindelijk heb ik door blessures de helft van het seizoen gemist. In m’n koppie was ik niet helemaal happy, en fysiek gezien was ik dat jaar ook nog eens slecht.’

Kolk is de eerste die in de spiegel kijkt. ‘Ik had zelf ook veel anders kunnen doen. Maar sportief gezien was het raar. Ik werd gehaald, maar vervolgens niet naar mijn kwaliteiten gebruikt. Ik ben altijd eigenwijs geweest, daar helemaal. Achteraf kan ik wel zeggen dat als ik mee had gedaan met de gewoontes, het goed zou gaan. Als we twee keer per dag trainden stond er allerlei eten klaar. Vis, vlees, rijst. Maar dat kreeg ik om 11 uur in de ochtend echt niet door m’n strot. Dan ging ik naar het hotel, even rustig slapen en een pasta eten. Daarna terug naar de club voor de tweede training. Dan doe je anders dan de rest. Dat was niet handig van me. Je moet zorgen dat je je zo snel mogelijk aanpast als je voor het eerst naar het buitenland gaat. Zo waren er meer dingen, daar ging ik ook niet in mee. Het lag echt niet alleen aan de trainer en de spelers, ik had me beter kunnen aanpassen, zodat ze me meer zouden gunnen. Maar ik kon daar al snel niets meer goed doen. Ik was 28, trots, liet me niet in de zeik nemen. Maar tuurlijk, het kon anders.’

Luister; het is heel simpel. Berlijn is een fantastische stad, Union een fantastische club. Maar het lukt hier gewoon niet. Ik ben geen speler van 21 meer die de tijd heeft. Ik moet er gewoon staan. Laten we kijken naar een oplossing.
Stoom uit de oren

Aan het einde van het seizoen besluit Kolk dat hij wil vertrekken. Hij staat dan nog twee jaar onder contract en is de bestbetaalde speler van Union Berlin. Iets in hem zegt een nieuwe stap te nemen, zeker na een rotseizoen waarin alles tegenzit. ‘Het voelde daar gewoon niet lekker, voor de club ook niet. Uit een soort van spontane actie heb ik toen technisch manager Christiaan Beeck opgebeld. Luister; het is heel simpel. Berlijn is een fantastische stad, Union een fantastische club. Maar het lukt hier gewoon niet. Ik ben geen speler van 21 meer die de tijd heeft. Ik moet er gewoon staan. Laten we kijken naar een oplossing. Hij vertelde me blij te zijn met die eerlijkheid. Hij ging met de mensen binnen de club praten. Dat was voor mij een bevrijding. Ik had het verder met niemand om me heen besproken. Daarna ging het pas langs mijn zaakwaarnemer…”

Een gesprek met Beeck en Neuhaus volgt. ‘Dat werd het meest rare gesprek uit m’n leven’, vertelt Kolk. ‘Het stoom kwam uit Beeck zijn oren, hij was boos dat ik weg wilde. De trainer vroeg mij hoeveel ik wilde, die dacht dat het om geld ging. Mijn zaakwaarnemer moest maar direct komen. Als ik terug zou komen na de zomer, zou ik geen rugnummer krijgen, dreigden ze, en moest ik alleen maar met de looptrainer trainen. Ik mocht de kleedkamer dan niet meer in. Ik dacht dat ze me in de maling namen, want eerder sprak ik nog zo goed met Beeck. Toen was wel duidelijk dat het klaar was. Ze maakten het me onmogelijk. Ik wilde best meedenken, maar dan zou ik m’n jaren uitzitten. Dit was mijn brood, daar leefde en voetbalde ik voor. Dat kon toch niet zo zijn? Er moest een oplossing komen.’ Die kwam er, met een overstap naar NAC Breda. Einde buitenlandse avontuur.

Geen goed huwelijk
Kolk woont in zijn Berlijnse periode midden in de stad, op de Potsdamer Platz. Duidelijk wordt dat de hoogtepunten veelal buiten het veld lagen. ‘De goal tegen Hertha was het mooiste, maar voor de rest waren er niet veel hoogtepunten. Het was geen goed huwelijk. De club zelf was ongelooflijk, fantastisch. Er zijn nog best wat supporters die mij herinneren, mede dankzij die goal tegen Hertha. Ze dragen mij nog altijd een warm hart toe. Dat had ik nooit verwacht, want ik was er maar kort. Ik heb helaas weinig goede herinneringen aan het jaar. Ik ben wel onwijs blij dat ze gepromoveerd zijn, echt heel knap. Dat wilden ze toen al. De supporters zijn bizar mooi.’

Santi Kolk is nu zaakwaarnemer. Hij begeleidt onder meer PSV-verdediger Denzel Dumfries. ‘Ik werk nu harder dan toen. Ik begeleid de carrières van voetballers. Daar ga ik zo in op. Dit is leuker dan zelf voetballen. Ik mis voetballen helemaal niet. Ik heb niet in de top gespeeld, maar wel veel meegemaakt. Vanuit mijn ervaring kan ik veel betekenen voor die jongens. Ik ben jarenlang Santi Kolk de voetballer geweest. Nu kan ik gewoon Santi zijn. Als Santi kan ik zaakwaarnemer zijn. Ik hoef geen rol te spelen. Ik doe het op mijn manier, kan mezelf zijn. Ik heb het onwijs naar mijn zin nu.’

* In aanloop naar Union Berlin – Hertha BSC van komende zaterdag elke dag een bijdrage op onze site. Om alvast in derbysferen te komen.

Volg ons ook op Twitter en Instagram!