Kees Kwakman tekende in de zomer van 2010 een contract bij FC Augsburg en maakte van dichtbij promotie naar de Bundesliga mee. Na een jaar mocht hij echter alweer vertrekken. ‘Ik had geen band met trainer Jos Luhukay, maar ik had dingen ook anders moeten aanpakken.’
Door Martijn Visscher, 19 oktober 2019.
Jij werd bij jouw komst door lokale media in Augsburg bestempeld als ‘Zweitliga-Van Bommel’.
‘Ik geloof dat ze dat daar als een van de eerste dingen hebben opgeschreven. De verwachtingen werden gelijk hoog opgeschroefd. Maar iedereen met een beetje voetbalverstand weet wel dat die vergelijking nergens op was gebaseerd. Van Bommel was aanvoerder van Bayern München en international. Daarnaast was ik qua voetballer ook helemaal geen type-Van Bommel. En ik kwam van NAC naar Augsburg.’
Voor in die tijd best aardig wat geld.
‘Ik geloof 625.000 euro. Met een bonus van 75.000 euro voor NAC als Augsburg zou promoveren. Dat gebeurde uiteindelijk, dus daar waren ze in Breda wel blij mee. Ik ging er zelf financieel ook wel iets op vooruit, maar ik verdiende niet ineens het dubbele. Augsburg had toen het beleid dat ze spelers voor twee jaar lieten tekenen. Promoveren en dan je kans pakken in de Bundesliga en zien hoe het loopt. Niet geheel onlogisch.’
Jouw transfer kwam pas laat tot stand en leek aanvankelijk in het water te vallen.
‘NAC vond het eerste bod veel te laag en daarna bleef het lange tijd stil. Een paar dagen voor het sluiten van de transfermarkt raakte Lukas Sinkiewicz zwaar geblesseerd bij Augsburg en toen hadden ze met spoed een vervanger nodig. M’n zaakwaarnemer belde mij plots om te zeggen dat de clubs eruit waren. Ik wist op dat moment niet eens dat er werd onderhandeld… Gelukkig was ik in juni daar al wezen kijken, zodat ik toch een beetje voorbereid die kant op kon gaan.’
En de Nederlandse connectie bij Augsburg hielp vast bij jouw integratie.
‘Klopt, we hadden een mooi groepje met Paul Verhaegh, Marcel de Jong, Gibril Sankoh, Nando Rafael en ook de Belg Jonas de Roeck. Ik woonde in een appartement boven De Jong en Verhaegh woonde om de hoek. Op maandagavond gingen we regelmatig naar de kroeg om een wedstrijd in de Tweede Bundesliga te kijken. Hapje eten, potje kaarten, lekker ouwehoeren. De huidige aanvoerder Daniel Baier en onze toenmalige spits Michael Thurk waren daar ook altijd bij. Met name Thurk was knettergek.'
Een gerespecteerde spits, die vooral furore maakte bij Mainz en Augsburg.
‘Absoluut. Een echte goalgetter en een echte gangmaker. In de bus naar uitwedstrijden zaten we altijd te klaverjassen of te pokeren. We deden ook altijd samen typetjes na, zoals Louis van Gaal. Die scène op het balkon bij Bayern München, tijdens het kampioensfeest, haalden we altijd uit de kast. Mooie kerel. Wij als Nederlanders zijn wat meer uitgelaten van nature en volgens mij voelde Thurk zich bij ons wel op zijn gemak. Net als ik had ook hij dat seizoen meningsverschillen met de trainer.'
Die trainer was een Nederlander, Jos Luhukay. Alom gerespecteerd in Duitsland.
‘Als je ziet wat hij allemaal heeft gepresteerd bij Duitse clubs, dan is dat ontzettend knap. Ook met Augsburg promoveerden we uiteindelijk. Maar soms klikt het niet met iemand. Bij NAC speelde ik achterin, maar Augsburg wilde mij als middenvelder. Iets wat ik heel graag wilde. Ik begon m’n eerste wedstrijd nog als linkermiddenvelder, maar meteen daarna ging ik naar achteren. Na vier nederlagen op rij werd ik gepasseerd en werd er niet meer naar me omgekeken. Hier zit ik dan, dacht ik...’
Toch knokte je jezelf weer terug in de basis.
'Met als gevolg dat ik in de winterstop complimenten kreeg van de clubleiding. En ik had het gevoel dat ik die stijgende lijn de rest van het seizoen wel door zou kunnen trekken. Maar de laatste tien competitiewedstrijden speelde ik geen enkele rol meer en zat ik op de tribune.’
Eind februari, thuis tegen Aue, was je laatste wedstrijd in het shirt van Augsburg.
‘Dat weet ik nog wel. We stonden in de rust met 1-0 achter en Luhukay was me toch een partij wild in de kleedkamer. Hij ging helemaal tekeer, tegen iedereen. In de tweede helft scoorden we twee keer, waardoor we met 2-1 wonnen. Met een voorassist van mij bij een goal. Enkele wedstrijden voor Aue, tegen Osnabrück, stond ik zelfs nog in het elftal van de week van het voetbalmagazine Kicker, dus ik had toen totaal niet het gevoel dat ‘Aue’ mijn laatste wedstrijd zou worden.’
Een week later, thuis tegen Fortuna Düsseldorf, zat je 90 minuten op de bank.
‘Anderhalf uur voor de wedstrijd hoorde ik dat ik niet zou starten. Sinkiewicz stond opeens in de basis. De Japanner Hajime Hosogai viel in de tweede helft in en zo was ik ineens derde keuze als linkermiddenvelder. Daar had ik moeite mee, want het sloeg nergens op. Ik ben toen gelijk na het laatste fluitsignaal geïrriteerd naar binnen gelopen. Ik was er even klaar mee. Een dag later moest ik bij de technisch directeur op kantoor komen. Na dat gesprek besefte ik dat de daaropvolgende maanden niet eenvoudig zouden worden. Nog altijd weet ik de reden niet waarom ik toen ben gepasseerd.’
Luhukay liet je vervolgens helemaal links liggen.
‘Hij praatte gewoon niet met mij. Zoiets was ik niet gewend. En ik ben iemand met een eigen mening, die niet alles zomaar accepteert. Iemand die niet over zich heen laat lopen. Wij hadden geen band, dat gebeurt soms.’
De promotiewedstrijd tegen FSV Frankfurt beleefde je vanaf de zijlijn.
‘We zaten met de spelers die buiten de wedstrijdselectie waren gevallen op een speciale bank naast de dug-out. Die wedstrijd was niet om aan te gluren, maar in de slotfase wonnen we toch nog met 2-1. Iedereen dook na het beslissende doelpunt op elkaar. Zelfs Luhukay ging he-le-maal los. En het leuke was: elke speler kreeg een aardige promotiepremie. Toch mooi meegenomen zo’n bonus.’
Tijdens de huldiging hoorde je bij toeval dat je mocht vertrekken.
‘Er waren Nederlandse journalisten bij en ééntje vroeg in het feestgedruis wat ik ervan vond dat ik naar een andere club mocht uitkijken. Dat had Luhukay blijkbaar kort daarvoor tegen die journalist gezegd. Ik had een paar weken daarvoor een gesprek gehad met Luhukay en zou net als iedereen met een schone lei beginnen, dus ik sloeg steil achterover toen ik het hoorde. Mijn huldiging was in ieder geval voorbij. In de voorbereiding op het nieuwe seizoen in de Bundesliga sloot ik nog wel aan, maar uiteindelijk vertrok ik naar FC Groningen.’
Dus geen Bundesliga voor Kees Kwakman.
‘Achteraf denk ik weleens, had ik sommige dingen maar anders aangepakt. Dat kan ik mezelf absoluut verwijten. Dan was het misschien anders gelopen. Kijk naar Verhaegh, die het lang heeft volgehouden in Augsburg. Aan de andere kant gaan de dingen zoals ze gaan. Alles heeft een reden.’
Ondanks alles heb je als ‘Zweitliga-Van Bommel’ ook veel mooie momenten meegemaakt.
‘Ik was uiteindelijk wel de middenvelder met de meeste minuten dat seizoen hè. Dus ik heb zeker een aandeel gehad in de promotie naar de Bundesliga. Zo voelt dat ook, al had ik gewoon veel meer willen laten zien. De echte middenvelder Kees Kwakman, van NAC, hebben ze daar bijna niet gezien. Maar het was een prachtig avontuur, met de gewonnen derby tegen 1860 München in de Allianz Arena en de bekerwedstrijd tegen Schalke 04 als hoogtepunten. Bij Schalke speelden toen Klaas-Jan Huntelaar, Raúl, Manuel Neuer en Ivan Rakitic. Daar liep Kees Kwakman toch maar mooi tussen.’