Erwin Koen groeide in vijf jaar uit tot publiekslieveling bij Rot-Weiss Essen. De inmiddels 41-jarige ex-voetballer blikt uitgebreid terug op zijn tijd bij RWE. ‘Er is iemand die een juichfoto van mij op zijn arm heeft laten tatoeëren. Dat is toch kicken?’
Door Martijn Visscher, 1 september 2020.
Seizoen 2000/2001, Regionalliga Nord, 13de plaats
‘In de voorbereiding maakte ik mijn debuut voor 24.000 uitzinnige fans tegen Bayern München. Die dag verliep stressvol, want kort voor de wedstrijd tekende ik pas mijn contract. De clubleiding wilde mij per se die avond presenteren aan het publiek. Dat was wel een geweldige belevenis. Mijn eerste indruk van Rot-Weiss Essen was gigantisch.’
‘Het seizoen in de Regionalliga was één groot drama. Veel nieuwe jongens en de trainer kreeg het niet voor elkaar om er een eenheid van te maken. Er ontstond tweespalt in de groep en de resultaten vielen enorm tegen. We werden regelmatig bedreigd door leden van de harde kern. Dan sta je op het veld en zingen ze, getooid met bivakmutsen en zwaaiend met vuurwerk, Wenn ihr Absteigt, schlagen wir euch tot! Nou, dan loop je wel een stukje harder. Op de allerlaatste speeldag, bij Eintracht Braunschweig, wonnen we met 3-2 in de laatste minuut en waren we gered. Een bizar scenario.’
Seizoen 2001/2002, Regionalliga Nord, 3de plaats
‘Ken je het verhaal van Schalke 04 dat in 2001 dacht dat het op de laatste speeldag kampioen was geworden, maar Bayern München daar op het nippertje een stokje voor stak? Nou, wij maakten ongeveer hetzelfde mee met Rot-Weiss Essen. Wij wonnen van Preussen Münster en concurrent Eintracht Braunschweig leek tegen Wattenscheid niet verder te komen dan een gelijkspel. De stadionspeaker in Münster wenste ons en de 4.000 meegereisde fans al een mooi feest toe. En toen maakte Braunschweig zeven minuten in blessuretijd de winnende treffer… Weg tweede plek, weg promotie.’
‘De stadionspeaker meldde zich vervolgens weer, met het slechte nieuws. Toen brak de pleuris uit. Onze fans sloopten het hele stadion. Ik weet nog wel dat ik moest rennen voor mijn leven. Een stok van een vlaggenmast vloog zo richting de spelerstunnel. We hebben angstige momenten beleefd. Dat is ook de andere kant van de Essen-fans. Als het goed gaat, dan staan ze als één blok achter de club en het elftal. Als het misgaat, dan draaien ze door. Een bittere dag.’
Seizoen 2002/2003, Regionalliga Nord, 3de plaats
‘Ik was inmiddels helemaal vertrouwd met het Duitse voetbal. Veel kracht, elke wedstrijd was een survival. Onder trainer Harry Pleß, een geweldige vent, had ik opnieuw een basisplek en eindigde ik net als een seizoen eerder op zeven goals. We hadden weer een vrij nieuw elftal en deden vrij lang mee om promotie. Toch miste er net iets. De krappe selectie werkte ook niet in ons voordeel.’
Seizoen 2003/2004, Regionalliga Nord, 1ste plaats
‘Een topseizoen, waarin werkelijk alles lukte. De ervaren Bjarne Goldbaek, voormalig Deens international, kwam naast onze voorzitter te wonen en die haalde hem over om bij Rot-Weiss Essen te komen spelen. Goldbaek was het ontbrekende puzzelstuk. Hij nam het team op sleeptouw. We raakten in een flow, alles ging vanzelf.’
‘Ik maakte liefst 18 doelpunten als spits, terwijl ik in de voorgaande seizoenen meestal links op het middenveld werd geposteerd. In de uitwedstrijd bij de reserves van onze aartsrivaal Schalke 04 veroverden we het kampioenschap. Dat duel vond plaats bij Wattenscheid. Zo’n 12.000 meegereisde supporters schreeuwden ons naar een 7-0 zege, met zeven verschillende doelpuntenmakers. Alles klopte die dag.’
‘Voor mij was het de eerste promotie in mijn loopbaan. Fans vielen huilend in mijn armen. Ik was een publiekslieveling geworden. En weet je wat het mooie is? Ik kom tegenwoordig nog regelmatig bij thuiswedstrijden en dan word ik nog steeds bedankt door mensen. Er is zelfs iemand die een juichfoto van mij op zijn arm heeft laten tatoeëren. Met het stadion op de achtergrond. En via Facebook kreeg ik een berichtje van een fan die het nieuwe shirt heeft laten bedrukken met mijn naam. Dat is toch kicken?’
Seizoen 2004/2005, Tweede Bundesliga, 17de plaats
‘Eén groot avontuur, met wedstrijden tegen grote clubs als 1. FC Köln en Eintracht Frankfurt. Een aantal belangrijke spelers was vertrokken en er kwam nauwelijks iets voor terug. De geldkraan ging niet open, integendeel. Op de achtergrond speelden er al langer financiële problemen. Onze eerste ontmoeting verloren we met 1-5 van Erzgebirge Aue. Toen was de euforie snel weg. Ik pakte vier keer geel in de eerste vier wedstrijden. Ik kon slecht tegen mijn verlies en wilde weleens een signaal afgeven als het even niet liep.’
De fan die het nieuwe shirt heeft laten bedrukken met de naam van Koen.
‘Helaas raakte ik geblesseerd, waardoor ik een deel van het seizoen heb moeten missen. Het was tevens mijn laatste seizoen, want in de winterstop tekende ik bij Alemannia Aachen. Dat bleef lang geheim, totdat BILD in aanloop naar het duel van Essen met Aachen met het nieuws kwam. Ik kon niet spelen wegens een spierscheuring in een kuit, maar sommige fans dachten dat ik een blessure veinsde. Ik was aanwezig in het stadion en voor het eerst werd ik negatief benaderd. Dat voelde onprettig. Zo had ik mijn afscheid niet voorgesteld. En we degradeerden ook nog.’
‘Gelukkig kwam het in oktober 2006 alsnog goed toen ik met mijn toenmalige club Paderborn terugkeerde naar Essen. Ik mocht mijn zegje doen op het veld en werd toegezongen. Dat gaf mij een fijn gevoel. De band met Rot-Weiss blijft voor het leven. Jaarlijks speel ik tien tot twaalf potjes voor de veteranen. In de winter spelen we voor een paar duizend man altijd een zaaltoernooi tegen de veteranen van onder meer Schalke en Dortmund. En ik ben gevraagd om mee te doen met het tweede elftal, dat nieuw leven is ingeblazen. Wie weet komt het er nog een keer van. Ik ben echt een Essener Junge geworden.’