pijl

‘Robert had altijd oog voor anderen, hij was een goed mens’

Zondag is het exact tien jaar geleden dat Robert Enke een einde aan zijn leven maakte. De doelman van Hannover 96 en het Duitse nationale elftal leed aan een depressie. Oud-ploeggenoot Arnold Bruggink blikt in een tweedelige monoloog terug op zijn jaren met Enke en het bizarre seizoen 2009/2010. Vandaag: deel 1.

 bananenflanke Bruggink Enke

Arnold Bruggink en Robert Enke. © imago images

Door Martijn Visscher, 8 november 2019.

‘Robert en ik hadden vanaf mijn komst in 2006 vrijwel meteen een klik. We waren van dezelfde leeftijd, hadden gemeenschappelijke interesses en konden elkaars humor enorm waarderen. Een vrolijke, introverte jongen, die eigenlijk veel te goed was voor Hannover 96. Hij was bovendien begaan met de medemens én dieren. Vanuit Portugal en Spanje, waar hij eerder keepte voor Benfica en FC Barcelona, nam hij honden mee. Op een gegeven moment hadden Robert en zijn vrouw Teresa iets van tien honden geadopteerd. Hij was gewoon heel sociaal en had bijvoorbeeld in Barcelona heel veel moeite met de directe benadering van Louis van Gaal en keeperstrainer Frans Hoek. Er was toen ook een groepje Nederlandse spelers, maar Robert wilde zich juist aanpassen aan de verschillende culturen. Hij probeerde zich in te leven in de Spanjaarden, de Zuid-Amerikanen, eigenlijk alle nationaliteiten. Bij Hannover heb ik het met hem daar weleens over gehad. Robert begreep gewoon niet waarom bepaalde mensen maar één manier van benaderen hadden. Hij was een denker en trok zich zulke zaken enorm aan.’

‘Mijn eerste maanden in Hannover zal ik niet snel vergeten. Lara, de dochter van Robert, overleed op tweejarige leeftijd aan een zeldzame hartafwijking. Stonden we ineens met z’n allen op een begraafplaats om afscheid van een klein kindje te nemen. Dat was echt heftig. Op verzoek van Teresa en Robert waren we allemaal in het wit gekleed. Die beelden beklijven. Het overlijden van Lara was een schok, maar Robert leek er goed mee om te kunnen gaan. Twee dagen na haar dood ging hij alweer trainen. Dat zorgde wel voor verbaasde gezichten en dat voelde Robert ook wel. Hij heeft ons toen toegesproken en gezegd dat hij geroerd was door ons medeleven, maar dat we ook weer verder moesten gaan. In diezelfde week stond hij onder de lat tegen Bayer Leverkusen. Alsof er niets gebeurd was. Je probeerde later dat gespreksonderwerp af en toe aan te snijden, maar Robert was nooit uitgesproken. Ik had zelf kinderen en dan probeer je een beetje in te beelden hoe heftig zoiets moet zijn geweest voor Robert en Teresa. Dan rest er eigenlijk maar één woord: verschrikkelijk.’

Robert kon zich weleens naar beneden praten. Maar als we hem niet hadden gehad, waren we allang gedegradeerd.

‘Bij Hannover was het na elk seizoen vaak de vraag of Robert zou blijven. Bij de Duitse nationale ploeg was hij inmiddels ook in beeld gekomen en daar had hij concurrentie van René Adler en Tim Wiese. Vaak gingen we met een groep spelers naar een Italiaans restaurant, waar het altijd heel gezellig was. Dan trok de ober een bankpasje van een speler en die moest dan betalen. Robert was regelmatig aan de beurt. We staken hem dan de gek aan. Robert, jij verdient zo veel bij Hannover, het maakt toch niet uit. Hij stoorde zich aan de discussie wie er eerste keeper moest worden bij Duitsland. BILD vond Adler en Wiese heel interessant, omdat zij meestal met bepaalde uitspraken kwamen. Die twee waren een beetje showkeepers, Robert totaal niet. Hij wilde alleen maar ballen tegenhouden, alles daaromheen kon hem gestolen worden. Adler en Wiese werden behoorlijk gehypet door BILD, maar Enke werd op een gegeven moment de nummer één. En dat was simpelweg omdat hij de veel betere doelman was. Robert deed zichzelf daarin tekort. Hij kon zich weleens naar beneden praten. Maar als we hem niet hadden gehad, waren we allang gedegradeerd. Dat kreeg hij ook te horen.’


‘Het seizoen voor de tragedie van zijn dood nam Robert het in bijzijn van trainer Dieter Hecking een keer voor mij op. Het liep niet lekker en ik was niet verzekerd van een basisplaats, maar zat wel in de spelersraad. Robert was aanvoerder en nam op een gegeven moment het woord. Trainer, je bent rare dingen aan het doen. We hebben een organisatie nodig, iemand die de lijnen kan uitzetten. Je moet Arnold opstellen. Hij kon er niet goed tegen dat ik niet altijd speelde. Dat vond hij superirritant. Ik zat daar een beetje beduusd bij, want zoiets zie je helemaal niet aankomen. Maar ik waardeerde zijn actie enorm. Niet lang daarna speelde ik ook snel weer. Robert had altijd oog voor anderen. Hij was behulpzaam. In de voetballerij denkt vaak iedereen aan zichzelf, maar zo was hij niet. Robert was een goed mens. Aan de buitenkant zag je niet dat hij worstelde. En toen kwam die vreselijke maandagavond in november…’

Morgen in deel 2: Arnold Bruggink over de dood van Enke, de mentale en sportieve gevolgen en de afsluiting van het verschrikkelijke seizoen 2009/2010. ‘Met het dragen van de kist met zijn lichaam maakte ik de meest bizarre meters ooit op een voetbalveld.’

Heb jij hulp nodig? Neem dan contact op met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0900-0113 (24/7 bereikbaar) en 113.nl.